Taalstoornissen: moeite met vinden van woorden, problemen met het vormen of begrijpen van taal (afasie); gebruik van rare woorden en zinnen; gebruik van lange zinnen of te veel praten; informatie letterlijk nemen in plaats van figuurlijk.

 

Problemen die direct opvallen:
Sommige veranderingen in de communicatie kunnen u direct opvallen. De patiënt kan bijvoorbeeld problemen hebben met het vinden van woorden, het vormen van correcte zinnen en het goed begrijpen van taal. Dit heet Afasie. Ook kan er sprake zijn van Dysartrie. De patiënt heeft dan problemen in de uitspraak. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat iemand meer of minder praat dan voorheen, dat hij langzamer of juist sneller gaat praten of dat zijn klank is veranderd.

Er zijn ook problemen die minder snel opvallen in dit geval kan je wel degelijk ervaren dat de communicatie anders verloopt dan voorheen en dat er ongemakkelijke situaties ontstaan. Deze communicatiestoornissen worden meestal veroorzaakt door hersenletsel in de rechterhersenhelft, de zogenaamde ‘rechter-hemisfeer taalstoornissen’.

Deze communicatie stoornis komt vaak vor bij mensen met Niet aangeboren hersenletsel.

Deze verandering kan subtiel zijn en in eerste instantie ongrijpbaar. Iemand kan bijvoorbeeld juist bijna  niets zeggen of heel veel spreken. Je helemaal niet aankijken of sociaal ongepaste opmerkingen maken. De patiënt en zijn omgeving merken deze veranderingen in de acute fase in het ziekenhuis of verzorgingstehuis niet altijd op. Op de lange termijn kunnen kleine communicatieve veranderingen het leven van de patiënt negatief beïnvloeden.

 

Verpleegkundige interventie

Aanwijskaart ontwerpen. Met plaatjes van dagelijkse bezigheden. Ook kunnen er plaatsjes aan toegevoegd worden van eten of emoties. De client kan dat aanwijzen en hiermee een verhaal vertellen. Dit scheelt veel onbegrip en frustratie bij de client.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb